Column in CGConcept-magazine
Afscheid van wijlen André Vranckx - tekst: Roeland Vranckx
“Goede vader, de rode draad doorheen jouw leven is de groene erfenis die jij ons nalaat: de honderden tuinen die jij hebt ingekleurd en geregisseerd, de duizenden bomen die jij hebt geplant en de ontelbare planten die jij hebt doen groeien en geuren.”
Zo sprak ik mijn vader toe, gelegen in een met bloemen overgoten kist, tijdens zijn uitvaartliturgie in januari van dit jaar. Een halve eeuw lang was hij tuinarchitect en tuinier. Hij trad daarmee in de voetsporen van zijn vader zaliger.
De vingers van mijn voorgangers waren wellicht nog groener, met meer eelt en kloven, dan de mijne.
De entree van de kerk was versierd met potten met ranke Molina-siergrassen. Een winterse zon en briesje verlevendigden nalatig de compositie. André had het wellicht zo gewild. Tussen de hoge grassprieten prijkte een foto waarin hij rondkijkt en nadenkt ... in een tuin. Zoals vele klanten hem kennen en hem zullen onthouden.
“Mijn vader bekeek de realiteit vanuit een poëtische ooghoek. Hij schiep vreugde uit de diepgang die achter het zichtbare verscholen lag. Het was niet de glans of stoef waarin hij zijn ziel verloor. En niet de gladgeschoren meestertuinen die hem in de eerste plaats beroerden. Neen, André bleef immer nederig en droeg soberheid voorop. Zijn meest innemende tuinen waren deze die een verhaal van emotie en verrukking vertelden, landschappen die deden denken, verwonderen, dromen en beleven.”
“Nu vinden wij, tuin- en levensgenieters, in jouw groene decors nog dagelijks rust, troost en bekoring. Maar jij vader, jij hoeft er nu niet langer over na te denken. Neem nu eindelijk al je tijd om doorheen je tuinen te dwalen en te genieten van al dat moois ...“.
Zo besloot ik de uitvaartdienst, terwijl je de aanwezigen, waaronder veel klanten, bijna hardop hoorde slikken. Ondanks mijn pijn en verdriet was ik blij dat ik mijn boodschap kon delen. En dat ze werd gehoord.
De woorden van troost die ik mocht ontvangen van zijn en ons cliënteel spraken boekdelen. Met beelden van groen in zijn zuiverste vorm: bomen, bloesems, zaden,... en met als rode draad : ‘André zal voor altijd in onze gedachten blijven in de mooie tuin die hij ons nalaat.’
Mijn verhaal is het verhaal van alle tuiniers. We zijn vaak te bescheiden en zijn ons niet altijd bewust van de rijkdom van onze creaties. Is het niet die groene erfenis waarvoor we dagelijks werken? Die ons de zin geeft om dag in dag uit in weer en wind te wroeten? Zijn het niet die vele bomen die we planten en waarvan we hopen dat ze ons zullen overleven, die ons motiveren en begeesteren?
Gij zijt nu in de goede handen vader. Geheiligd zijt uw naam en... groene erfenis. Rust daar in een groene vrede.
"Voor na de dood / spreken we een plek af / ergens diep in de tuin / maar niet ver van huis (...) tussen de rododendrons en de rozenhaag zien wij dan voor altijd / hoe het was. "
(J.W. Oerlemans, Afspraak. Uit: Paul Geerts, ‘Een tuinier is een dichter’, Lannoo, 2002).