BLOEMBOLLEN / HOOP IN BANGE TIJDEN

Tekst en fotografie: Roeland Vranckx

Een voor de tuinaannemer triestig jaargetijde dat najaar: waterellende, korte dagen, norsere cliënten en minder gemotiveerde collega’s… Dat zorgt voor extra kopzorgen.

Gelukkig breekt het seizoen van de bloembollen aan. Daarmee hunker je al naar een zonnig, kleurrijk en rendabel voorjaar, niet?

 Bloembollen hebben iets magisch. Je dropt die uivormige schepsels op eenvoudige wijze in de grond, het jaar erop schieten de kleurfabriekjes vuurwerk. En onze

klanten, die trekken dan ogen. OGEN! Verwonderd als ze al waren over onze minutieuze tuinaanleg, doen wij er dan nog een schepje vakmanschap bovenop. We beroeren ze met de soms stiekem neergedropte mijnen, die na maandenlange rust, in alle kleurengeweld ontploffen.

Over kleur gesproken. Drie jaar geleden kozen we bij de omgevingsaanleg van een Opel-garage vol lef en masse voor geel. Inspelend op de kleur van het automerk staken we heimelijk honderden krokussen in de siergrindvlakte. Oké, een kind kan dat zelfs bedenken en je hoeft er heus geen architectuurgraduaat voor behaald. Maar het adembenemende doel werd bereikt:

duizenden passanten draaien binnenkort weer gezwind het hoofd richting oogverblindende bloemeilanden. Geen dure vlaggenmast of pitspoes die aan de marketingwaarde van die crocussenzee kan tippen.

Eigenlijk was het een grote testcase, want experts die ik raadpleegde geloofden niet meteen in het slagen van een krokus in een grindbed. Niettemin boorde die ijzersterke krokus zich door de kiezel. Hoofdjes rechtop. Trots en rechtschapen.

 Bloembollen zijn aan een sterke revival bezig. Zo combineert de nieuwe tuinman zijn borders graag met machtige sieruien. Terecht, want dat zijn architecturale hoogstandjes. De Allium Albopilosum is er zo een van. Niet qua lengte want het is een lage soort. Maar als hij zijn overtreffende bolkop opsteekt, lijken de wonderen nog lang de wereld niet uit. Het merendeel van de Alliums doen het bovendien uitstekend in siergrind.

Toegegeven, wel wat jammer van de verdorrende bladeren die de flair van knop en bloem dan wat benevelen.

De bloemen zijn één, de knoppen zijn twee. Het omhoogstijgen, aanzwellen en ontluiken van de bloemknoppen maken een groot deel uit van het jaarlijks weerkerend spektakel.

En neen hoor, narcissen, cyclamen, tulpen… zijn heus niet passé. Ze verdienen het echt wel een prominente plaats in moderne tuinen. Ze brengen niet meteen euro’s in het laadje, maar je zet er de kers mee op de taart. Herken je de overtuiging van de échte tuinier, hij die esthetiek laat primeren op winstbejag?

Misschien moeten we af van die ‘bloembollen’-term. Dat bekt niet zo lekker en klinkt ietwat oudbollig. De twintiger denkt daarbij al snel aan grootmoe zaliger die zo genoot van haar felgele narcissen in stijve rijtjes langs haar asfalten oprit. Misschien klinkt ‘bolgewassen’ al iets verfijnder, artistieker en verkoopt dit beter?

Morgen is het weer bollentijd! Dan gooien we vijfhonderd witte krokussen onderin de graszoden bij een najaarse gazonaanleg. In langgerekte wolken, alsof ze zich op natuurlijke wijze vermeerderden. Simpel, bijna gratis en geen moeite.

Minieme stap, superieur effect.

Maar nog even wachten tot na de winterslaap.

a2hs_explain
a2hs_tap
a2hs_then